Een tweede situatie valt onder wat wij het gewoonterecht noemen. Er is in onze wet een mogelijkheid opengehouden om een recht te verkrijgen als je al jaren dat recht geniet  zonder dat je er feitelijk  recht op te hebt. Je loopt bijvoorbeeld al jaren over een pad dat van de buren is. Als de buren ineens besluiten om dat pad af te sluiten dan kun je je beroepen op het gewoonterecht van overpad. Het gewoonterecht komt ook tot uiting bij kinderen die in een gezin altijd op eenzelfde stoel aan tafel zitten. Zodra één kind op de stoel van een ander gaat zitten is er gedonder in de tent. Hierbij beroept het benadeelde kind zich op het recht om op zijn eigen stoel te mogen zitten. Wie meerdere honden heeft moet oppassen dat er geen conflicten tussen de honden ontstaan op basis van het gewoonterecht. Wie bijvoorbeeld de honden altijd op dezelfde plaats en in dezelfde volgorde eten geeft en dat plotseling verandert, kan een gevecht tussen de honden creëren. Men kan dergelijke situaties voorkomen door de honden altijd op verschillende plaatsen en in wisselende volgordes eten te geven. Zo kan het gevoel van een recht hebben op basis van een gewoonte niet ontstaan.